Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Van toen af [19]zocht Pilatus Hem los te laten; maar de Joden riepen, zeggende: Indien gij Dezen loslaat, zo [20]zijt gij des keizers vriend niet; een iegelijk, die zichzelven koning maakt, [21]wederspreekt den keizer. 19. Namelijk meer en meer. 20. Dat is, gij zult daarmede tonen dat gij des keizers vriend niet zijt; of gij zult des keizers vriend niet blijven, wiens stadhouder gij nochtans zijt. 21. Dat is, werpt zich op tegen de hoogheid en majesteit des keizers.